Betsekseisen Verlichting

versie 14 februari 2023
DEEL 1
ALGEMEEN
1.10CIRCULARITEIT
01ALGEMEEN
De duurzame maatregelen die moeten worden genomen om te komen tot een circulaire economie raken alle sectoren. Opdrachtgevers vervullen in deze overgang een belangrijke rol. De aanbestedende dienst wil een bijdrage leveren aan de landelijke doelstellingen wat betreft klimaat en circulariteit voor 2030 en 2050. Daarvoor zijn in dit bestek duurzame eisen opgenomen die aanvullend zijn op de Standaard RAW Bepalingen. Deze minimale eisen voor vrijkomende en aan te brengen producten en materialen zijn opgenomen in dit bestek en kunt u ook vinden op Moederbestek.nl. De aannemer dient deze eisen mee te nemen in de aanbesteding en in de uitvoering van het project.
08VERLICHTING
Voor duurzame openbare verlichting zijn eisen geformuleerd betreffende het verhogen van de circulariteit en het verlagen van de milieubelasting waaronder de CO2emissie. Eveneens zijn eisen opgenomen hoe om te gaan met vrijkomende materialen ten aanzien van hergebruik en recycling om de circulariteit te waarborgen. Met deze eisen wordt invulling gegeven aan de landelijke, provinciale en gemeentelijke circulaire doelstellingen.
DEEL 2.1
ALGEMENE GEGEVENS
04BIJLAGEN
De volgende bijlagen behoren tot het bestek:
08VERLICHTING
- De actuele productbladen voor duurzame openbare verlichting
https://moederbestek.nl/openbareverlichting/productblad/
DEEL 2.2
NADERE BESCHRIJVING
1AANBRENGEN OPENBARE VERLICHTING
Alle nieuw te leveren standaard openbare verlichting dient te zijn vervaardigd van duurzame openbare verlichting conform artikel 01.14.10 van deel 3 van dit bestek, zie het productblad op https://moederbestek.nl/openbareverlichting/productblad/
DEEL 3
BEPALINGEN
DUURZAME OPENBARE VERLICHTING
01 14 1101Duurzame openbare verlichting dient een CO2-waarde te hebben. De eis voor de milieu technische prestaties staat op https://moederbestek.nl/openbareverlichting/productblad
De CO2-waarde voor openbare verlichting moet berekend zijn volgens de NEN EN 15804.
02De openbare verlichting moet voldoen aan de technische prestaties.
De eis voor de technische prestaties staat op https://moederbestek.nl/openbareverlichting/productblad
03De openbare verlichting moet voldoen aan de veiligheid en EMC.
De eis voor veiligheid en EMC staat op https://moederbestek.nl/openbareverlichting/productblad
01 17 11VOOR HERGEBRUIK BESTEMDE / AF TE VOEREN MATERIALEN IN OPSLAG OVERHEID (OPENBARE VERLICHTING)
01De directie definieert (@wanneer) of oude nog bruikbare materialen hergebruikt dienen te worden @frequentie van opgeven bepalen.
02De uit het werk vrijgekomen (hier aangeven welke materialen, kan alles zijn maar ook alleen masten en of armaturen) @materialen / @ armaturen en masten dienen te worden afgevoerd naar de @werf, adres @ andere door de opdrachtgever aan te wijzen locatie.
03De armaturen en masten dienen per object gelabeld te worden aangeleverd. Op het label dienen de locatie van herkomst (straatnaam en lichtmastnummer) en de datum te worden te worden vermeld.
##@@ De bestekschrijver kan kiezen voor toepassing van artikel 01 17 11 in geval opslag bij eigen organisatie of voor artikel 01 17 12 in geval van opslag bij aannemer ##@@
01 17 12VOOR HERGEBRUIK BESTEMDE / AF TE VOEREN MATERIALEN IN OPSLAG AANNEMER (OPENBARE VERLICHTING)
01Onder complete lichtmasten wordt verstaan de lichtmasten schoon van grond en zand, inclusief alle
toebehoren en exclusief armaturen en attributen (bijv. verkeersborden) alsmede de elementen die toebehoren aan de externe netbeheerder. Onder complete armaturen wordt verstaan de armaturen bestaande uit behuizing, kappen, evt. led-unit, VSA of driver en overige elektrische benodigdheden alsmede aansluitmateriaal maar exclusief stijgkabel en gasontladingslamp.
02De directie definieert op nader aan te geven wijze of en welke (vooraf geïnventariseerde) materialen, complete lichtmasten en of complete armaturen eventueel gerepareerd, hergebruikt en/of geupgrade dienen te worden.
In de aangewezen gevallen dienen de materialen, op verzoek van de directie vervoerd te worden naar de door de aannemer ingerichte tijdelijke ‘veilige, verharde verzamellocatie’ om mogelijk te worden ingezet bij (tijdelijke) installaties, uitbreidingen of renovaties.
03Indien tijdelijke opslag van voor hergebruik bestemde materialen noodzakelijk is dient de aannemer hiervoor een opslagruimte ter beschikking te stellen. De kosten voor tijdelijke opslag verrekenen op de betreffende bestekpost. NB: de opdrachtgever moet in de bestekpost aangeven hoe groot deze opslag moet zijn: armaturen binnen en masten buiten in stellingen. @opgeven overige materialen?
04De onder lid 02 aangemerkte materialen dienen gelabeld te worden aangeleverd. Op het label dienen de locatie van herkomst (straatnaam en lichtmastnummer) en de datum te worden vermeld.
05Overige vrijgekomen complete lichtmasten en armaturen welke niet vallen onder lid 02 vervallen aan de aannemer welke deze afvoert naar een erkende verwerkingsinrichting.
06Aannemer komt overeen met de verwerkingsinrichting dat een minimaal gewichtspercentage van >80% de complete lichtmast wordt gerecycled met in acht name dat de toepassing van de grondstoffen hetzelfde blijft.
Aan te tonen met een contract tussen aannemer/verwerker en eindverwerker
07De aannemer draagt zorg voor demonteren, reinigen, testen en registreren van de materialen.
08Opnemen van materiaal dat in de opslag ligt en eigendom is van de opdrachtgever in een verzekeringspolis?
Dit indien het niet voorzien is in de boedelverzekering.
09Alle materialen vallend onder lid 02 die bij beëindiging van de overeenkomst nog aanwezig zijn in de tijdelijke opslag vervallen aan de aannemer.
10De aannemer dient digitaal een actuele rapportage van opgeslagen materialen bij te houden. De materialenlijst dient online benaderbaar te zijn voor de opdrachtgever.
11Aannemer rapporteert in een @maandelijks overzicht welke lichtmastcombinaties zijn vrijgekomen en waarheen deze (tijdelijk) zijn afgevoerd in achtneming met de gestelde en met de directie overeengekomen (kwaliteits)eisen
12Op verzoek van de directie zal leverancier en haar contractpartners volledig inzicht geven en medewerking verlenen voor een mogelijke verificatie van de aangeboden prestaties van de verwerking van complete lichtmasten door een door de directie aan te wijzen geaccrediteerde Certificering Instelling.
##@@ De bestekschrijver kan kiezen voor toepassing van artikel 01 17 11 in geval opslag bij eigen organisatie of voor artikel 01 17 12 in geval van opslag bij aannemer ##@@
01 17 13 VRIJGEKOMEN MATERIALEN (OPENBARE VERLICHTING)
01Alle uit het werk vrijgekomen materialen dienen te worden afgevoerd naar een door het bevoegd gezag erkende verwerkingsinrichting. Uitgezonderd hiervan is materiaal bestemd voor hergebruik zoals vermeld onder paragraaf 01.17.11.
De verwerkingsinrichting dient voor wat betreft elektrisch materiaal conform de Regeling afgedankte elektrische en elektronische apparatuur artikel 11, CENELEC gecertificeerd te zijn. Elektrisch materiaal betreft (niet uitputtend) armaturen, losse voorschakelapparaten en lampen.
02Opgegraven en vrijgekomen materiaal van het kabel- en/of leidingensysteem dient ontdaan van aanhangend vuil en grond en vrij van chemische verontreiniging ter verwerking te worden aangeboden aan een door het bevoegd gezag erkende verwerkingsinrichting. De aannemer moet de procedure volgen die door het bevoegd gezag is voorgeschreven.
03
De aannemer verstrekt naast de verklaring van de inzamelaar, een verklaring waaruit blijkt dat de vrijgekomen gasontladingslampen uit dit bestekdeel uitmaken van de aantallen die zijn vermeld op de verklaring van de inzamelaar. De verklaringen dienen na uitvoering van de werkzaamheden binnen een termijn van 4 weken aan de directie te worden overhandigd.
04Indien ingevolge het bestek vrijgekomen materialen niet rechtstreeks worden afgegeven aan een door het bevoegd gezag erkende inrichting, verstrekt de aannemer de directie voor de betreffende materialen een kopie van het door regelgeving van het bevoegd gezag voorgeschreven begeleidingsbrief, conform de eisen gesteld in artikel 10.38 en 10.39 van de wet Milieubeheer en de eisen gesteld in de leden 01 t/m 04 van dit artikel.
05Conform artikel 10.38 lid 1 wet Milieubeheer moet de begeleidingsbrief het volgende bevatten: Datum van afgifte, naam en adres aan wie het wordt afgegeven, benaming en hoeveelheid afvalstoffen, plaats en wijze van afgifte, voorgenomen wijze van beheer van afvalstoffen (wat doet de ontvanger ermee), bij tussenkomst van een andere opdrachtgever: naam en adres daarvan.
01 17 08 In deze, reeds in de standaard 2020 beschreven bepaling, is opgenomen dat de aannemer een bewijs van ontvangst door de inrichting aan de opdrachtgever moet overhandigen.